Wanneer lamelgrafiet tegen metaal wrijft, vormt zich een dunne grafietfilm op het oppervlak van het metaal en lamelgrafiet. De dikte en oriëntatie bereiken een bepaalde waarde. Dit betekent dat het lamelgrafiet in het begin snel slijt en vervolgens afneemt tot een constante waarde. Het schone wrijvingsoppervlak van metaalgrafiet heeft een betere oriëntatie, een kleinere kristalfilmdikte en een grotere hechting. Dit wrijvingsoppervlak kan ervoor zorgen dat de slijtagesnelheid en wrijvingsgegevens aan het einde van de wrijving laag zijn. De volgende editor van Furuite Graphite neemt u mee om de slijtvastheidsfactoren van lamelgrafiet te analyseren:
Grafiet heeft een hoge thermische geleidbaarheid, wat helpt om warmte snel van het wrijvingsoppervlak over te brengen, zodat de temperatuur in het materiaal en het wrijvingsoppervlak in evenwicht kunnen worden gebracht. Als de druk blijft toenemen, zal de georiënteerde grafietfilm ernstig beschadigd raken en zullen de slijtage en wrijvingscoëfficiënt ook snel toenemen. Voor verschillende wrijvingsoppervlakken van grafietmetaal geldt in alle gevallen: hoe hoger de toegestane druk, hoe beter de oriëntatie van de gevormde grafietfilm op het wrijvingsoppervlak. In een omgeving met lucht, met een temperatuur van 300 tot 400 °C, neemt de wrijvingscoëfficiënt soms toe door de sterke oxidatie van lamelgrafiet.
De praktijk wijst uit dat lamelgrafiet vooral bruikbaar is in neutrale of reducerende media met temperaturen van 300 tot 1000 °C. Slijtvast grafietmateriaal geïmpregneerd met metaal of hars is geschikt voor gebruik in gasvormige of vloeibare media met een luchtvochtigheid van 100%, maar het toepassingstemperatuurbereik wordt beperkt door de hittebestendigheid van de hars en het smeltpunt van het metaal.
Plaatsingstijd: 28-12-2022